water als eerste levensbehoefte
Door: Dirkjan
Blijf op de hoogte en volg Dirkjan
26 Maart 2008 | Turkmenistan, Asjchabad
Zo lig je het ene weekend in je hangmat te genieten van de bloeiende tulpen en zo ben je het andere weekend opzoek in een ruige kloof naar een poeltje met water om de dorst te lessen maar geen druppel water te bekennen en inmiddels waren we gedrieën toch al 2 dagmarsen van de bewoonde wereld vandaan.
Afgelopen donderdagmiddag de rugzak eindelijk weer eens gepakt en daarbij, op straat de aandacht trekkende, op weg gegaan naar het Medische Instituut, waar verborgen in de kelder de bergsportclub Agama (hagedis) is gevestigd. De laatste spullen in de rugzak gepropt en via de markt voor de allerlaatste voedsel voorziening voor de komende 4 dagen, afgereisd per bus naar Chiuli. Een vallei met riviertje in de bergen waar de Ashgabatse lui de weekenden al picknickend en herrie makend door brengen.
Van die herrie was op donderdagmiddag niks te merken. Het snelstromende doch smalle riviertje werd per omgevallen boomstam getrotseerd, niet eenvoudig met een destabiliserende zware rugzak op de rug.
Dat was dan ook meteen het laatste water dat we zagen tot aan het eerste kamp. Van de ongerepte kopetdag mountains bij Ashgabat bestaan geen kaarten (althans niet in Tm, wellicht nog in Moscow als overblijfsel van de sovjet tijd). In de bergen hier zijn geen berghutten, markering of wandel paden. Men trekt van vallei naar vallei en slaat zijn kampement op, op die plekken waar water is. Onze halve dag mars had dan ook tot doel een vallei, een paar valleien verder, waar een bron zou zijn. Daar togen wij dan ook op af genietend van het voorjaar. Het gras is nu nog mooi groen dus het was genieten van het brandende zonnetje en de 30 graden. Het eerste teken van leven waren de turkmeense joekels van een herdershonden (vechthonden), gelukkig was het tweede teken van leven aaibarer; een schildpad. Niet verdwaald en dorstig opzoek naar water maar rustig in een slakkengangetje aan het, tja wat deed dat beest daar eigenlijk. Volgens bergsport vriend Valeria en Jennet een dood normale verschijning. Ik wist eerlijk gezegd niet dat deze beesten ook in de woestijn en bergen konden leven zonder water. De foto sessie bleek niet nodig er volgen er nog vele meer. Het nadeel van valleien is dat er bergkammen tussen zitten, na verscheidene van deze bergkammen omhoog te hebben gesjokt en weer naar beneden, vonden we dan eindelijk de bron. De tent, die uit niet meer bestond dan een lap tentdoek met vele gaten werd opgezet met 2 gevonden stokken van de juiste lengte. Een kampvuur aangelegd en water getapt van de buis uit de rotsen. Met behulp van de aanwezige munt en (kersen)bloesem, thee gemaakt op het kampvuur. Toen gedrieën de voedsel voorziening eens bekeken: ik sjouwde met 1,5 kg aan noten, 1,5 kg aan rijst, wortelen, uien en knoflook. Brood jam en van alles nog wat. Valeria had gedroogd en gezout vlees bij zich, bleek zalig te zijn om mee te BBQ-en en turkmeense broden, blikken sardientjes in tomatensaus. Kortom we hadden genoeg voor de komende dagen. Smikkelen dus maar. Het gewicht van de rugzak veronachtzaamden we voordat moment.
De volgende dag bleek dat we toch meer hadden moeten eten. Na enkele groene valeien, wilde irisen, mooie rotswanden, en schitterende synclinale kalkstenen afzetting (met daarin af en toe wat ammonieten) bleek de bron in ons volgende kampement opgedroogd. Aldus 5 jonge knapen die meteen de benen namen en 5 uur verder gingen marcheren. Helaas was dat voor ons niet weggelegd. We stonden voor de keuze opzoek naar water of terugkeren. 3.5 uur terug lopen leek ons niet erg aantrekkelijk. Dus Jennet in de schaduw achterlatend, Valeria en ik de kloof in opzoek naar een poeltje met water. We vonden soort van korhoenen en restanten van een leopard jong (kaak), gestorven als gevolg van de dorst?
En we vonden een schitterende kloof maar geen water. Zelfs na het beklimmen van een 15 m, rotswandje hoger de kloof in, bleek geen uitkomst te bieden, dus weer terug met de droevige mededeling dat we het een vallei verder maar moesten proberen. Daarmee een gok nemende dat als daar geen water was, wat dan….
Mijn drinkfles was inmiddels al leeg en ik had eens op discovery gezien hoe te overleven in de woestijn, d.m.v. het drinken van je eigen urine. Met dit in mijn achterhoofd maar snel de tas weer opgepakt. Na 2 uur wandelen, kamp opgeslagen en samen met Valeria weer opzoek naar water. In deze kloof hadden we na een uur zoeken eindelijk succes, een groenig poeltje met water, wat dode vliegen en wat rottende bladeren maar het was water.. pffff heerlijk. De vogeltjes kwetterende kwaad toen we de 10 gevonden lege flessen, zelfs hier raken de bergen vervuild, vulden met dit eerlijke water. In ons kampje was het kampvuurtje al aan dus na toevoeging van wat gevonden kruiden hadden we al snel thee. Nog even (1,5 uur lopen) met Valeria de voet van de Dushanbe bekeken, schitterende rotswand. ’s Avonds soep gemaakt op het kampvuur. Jammie. ’s Nachts begon het behoorlijk te waaien, daar de tent vele ramen (gaten) had was het wachten of het stortte in. Het gesnurk en de wind trotserend toch nog wat geslapen en dat was nodig ook want samen met Valeria de volgende dag een van de wanden beklommen. Ik schat tot een hoogte van 1800 m (kamp was op 800 m). de gordel, karabine en touw waren mee maar uiteindelijk niet nodig. Schitterende vergezichten en mooie rotsjes om op te klimmen. Ze zijn wel messcherp dus lekker zitten was het niet en voor de handen en schoenen is het ook desastreus. Op de top de Nederlandse vlag te voorschijn getoverd en geposeerd. Tijdens de afdaling viel ik pardoes midden in een stekelige cactus. Laat ik het er op houden dat het geen pretje was. Daarentegen was de afdaling zelf erg leuk. In het kamp was de rijst met prut al klaar. Dus smikkelen maar. Eind van de middag moesten we alweer nieuw water halen. De hygiene werd al niet meer zo nauw genomen. Zelfs Jennet trachtte niet meer alles schoon te houden, kostte te veel water. Toen kwam alweer de laatste dag en dat was een lange dag mars terug naar de zogenoemde beschaving: picknicken turkmenen met veel muziek, scheurende patserige autos en veel rommel. Wij, als vies uitziende rare gasten, trokken veel bekijks onder deze verveelde mensen. De bus daar en tegen zat bomvol met deze vies rare gasten. Wandelen in de bergen bleek in tegenstellig tot wat ik dacht, wel gangbaarder te zijn. Het wordt tijd dat Agama een kaart maakt met kampplaatsen en de routes markeert. Ik kijk uit naar een volgde tocht en ik keek uit naar een weekend in mijn hangmat… auw mijn benen, schouders en rug.
Dirkjan
-
26 Maart 2008 - 06:58
Inkie:
En ik maar zeuren over een voedselvergiftiging door een rotte salade van de AH to go :S, de kou, de glibberige (lees: smeltende sneeuw) wegen en fietspaden.... Oh, en die tulpen die maar niet boven de grond komen in mijn mini-tuintje :)
Klinkt als een mooi avontuur en een perfecte afwisseling op al het werken. Gelukkig ben je wel heel terug gekomen. -
26 Maart 2008 - 09:35
Eelke:
een mooi verhaal dit zou ik ook wel willen meemaken -
26 Maart 2008 - 09:52
Inkie:
En wat een fantastisch grote vlag heb je gepland!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley